Havenonline

Samenwerking tussen offshore wind havens

Deze week hebben vertegenwoordigers van zes toonaangevende windports afgesproken de Europese uitdaging op het gebied van offshore wind samen aan te gaan

Hoewel ze concurrenten zijn, hebben vertegenwoordigers van de zes grootste windports van Europa elkaar vandaag in de haven van het Deense Esbjerg de hand geschud, een verklaring ondertekend en meteen een vliegende start gemaakt. Ze zijn overeengekomen de krachten te bundelen om de groene transitie te versnellen in een poging de ambitieuze Europese doelstellingen op het gebied van offshore wind te halen. Momenteel komen de havens daartoe capaciteit tekort. 

De doelstelling van de huidige Europese strategie is om voor 2030 ten minste 65 GW aan offshore wind te kunnen leveren. En dat is bepaald geen sinecure. Al helemaal niet in de wetenschap dat momenteel net iets meer dan 13 GW wordt opgewekt in de Europese zeeën. Dat betekent dat Europa in de komende acht jaar meer dan vijf keer zoveel offshore wind wil produceren dan we met elkaar hebben bewerkstelligd gedurende de afgelopen twintig jaar. 

Een dergelijke doelstelling legt een enorme druk op de Europese windports, omdat er momenteel niet voldoende havencapaciteit voorhanden is om al deze offshore windparken voor de gestelde deadline te realiseren.  

Zes van de binnen Europa toonaangevende windports proberen hier nu verandering in te brengen. Hoewel ze concurrenten zijn, hebben ze toch hun krachten gebundeld en hun beloften verzegeld door vandaag in de haven van Esbjerg een verklaring te ondertekenen, verkennende gesprekken te voeren en ervaringen te delen. Het doel is samenwerking op operationeel en praktisch niveau. 

“Als toonaangevende offshore havens in Europa vervullen wij een cruciale rol in de realisatie van deze gigantische uitbreiding van de Europese capaciteit aan offshore wind. Wij hebben ons volledig gecommitteerd en zijn erop voorbereid onze bijdrage te leveren aan deze doelstelling. Door de samenwerking tussen de havens operationeel en praktisch te versterken, leggen wij het grondwerk voor toekomstige uitbreidingen en het veiligstellen van voldoende capaciteit”, aldus de verklaring.

Volgens de zes betrokken CEO’s willen de havens een signaal aan de markt afgeven, dat de havens bereid zijn alles te doen de groene transitie te versnellen aan de hand van offshore wind. 

Afgelopen mei werd de doelstelling voor offshore wind in Europa in het kader van de verklaring van Esbjerg enorm verhoogd. Duitsland, Denemarken, België en Nederland hebben gezamenlijk de doelstelling geformuleerd voor 2030 ten minste 65 GW aan offshore wind te willen leveren.

De zes havens die deze unieke samenwerking zijn aangegaan, zijn Port Oostende in België, Groningen Seaports/Eemshaven in Nederland, Niedersachsen Port/Cuxhaven in Duitsland, Nantes-Saint Nazaire Port in Frankrijk, Humber in het VK en Port Esbjerg in Denemarken. 

Als toonaangevende offshore havens in Europa dragen zij bij door kennis en best practices te delen zonder daarbij de mededingingswetgeving te overtreden. Zo kunnen de havens bijvoorbeeld met elkaar samenwerken om het probleem van ruimtegebrek op te lossen. Als één haven ruimte heeft voor een half project, heeft een andere haven misschien wel ruimte voor de andere helft. 

De havens proberen daarnaast ook garant te staan voor optimale processen en bijvoorbeeld digitale ervaringen te delen. De haven van Esbjerg heeft net een digitale tool ontwikkeld – een zogenaamde digital twin – om de capaciteit voor offshore wind, zonder de noodzaak van uitbreidingen, richting de toekomst te verdrievoudigen. 

Bron: Persbericht Groningen Seaports

Translate